Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, [23]die nog niet gezien werden, [en] [24]bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke [ark] hij [25]de wereld heeft veroordeeld, en is geworden [26]een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. 23. Dat is, die nog niet tegenwoordig waren, namelijk van den zondvloed en van zijn behoudenis in de ark. 24. Namelijk met eerbied en kinderlijke vrees voor Gods dreigementen tegen de wereld en van Gods belofte jegens hem. 25. Namelijk door zijn exempel, in de tegenwoordigheid van allen; gelijk Matth.12:41,42. 26. Dat is, deelgenoot of bezitter, niet alleen van zijn leven, dat ook de goddeloze Cham deelachtig was, maar ook van het eeuwige leven, dat door de rechtvaardigheid van het geloof alleen wordt verkregen; Rom.4:13, enz.